vrijdag 8 november 2019

Gesprek met een oude man (een ingekorte versie)


Het is vrijdagmiddag half vijf. Net als ik op het punt sta om te gaan stofzuigen, gaat de telefoon.
"Met Nina".
"Heb ik je wakker gebeld?"
"Nee hoor".
"Oh, ik dacht even dat ik je wakker had gebeld. Alles goed?"
"Ja, alles goed. Ik heb een luie dag vandaag, maar verder is alles goed."
"Oh, was het rustig op je werk dan?"
"Nee, ik was vrij. (al zolang ik me kan heugen op vrijdag) Maar hoe is het met jou dan?"
"Nou, wel goed, maar er is wel een dingetje. (lacht zachtjes) Afgelopen maandag zat ik een stuk kip te eten en ik had niet in de gaten dat er nog een stuk bot aan zat. Dus ik neem een hap en toen brak er een stuk van mijn kies. (ook nog iets over het 'plaatje' met neptanden) Toen heb ik de tandarts gebeld en kon ik eind van de middag meteen langs komen. Die probeerde de kies te trekken, maar dat lukte niet. Dinsdag ...... (denkpauze) .... ja, dinsdag kon ik al in het ziekenhuis terecht. Ze waren met z'n vijven en de tandarts was het kleinste van het stel. Ja, de rest was een stuk langer. Hij gaf me verdoving, maar ik voelde nog steeds iets bovenin bij mijn verhemelte, dus hij gaf nog wat verdoving. En toen ineens zei hij: "Zo, het is klaar." Toen was ie dus al klaar."
"Oh, dat is fijn. Dus je hebt er niets van gevoeld?"
"Nee, dat viel hartstikke mee! De volgende dag kon ik weer terecht bij de tandarts en die heeft een afdruk gemaakt voor een nieuwe tand aan het 'plaatje'. En dat sturen ze dan op naar een uh .... fabriek, waar ze die dingen maken, in uh ....."
"Maakt niet uit."
"Nou ja, donderdag was ie er al en het zit goed."
"Nou, gelukkig maar. Dat was snel geregeld dan allemaal."
"En deze maand ben ik jarig, maar ik weet nog niet wat ik ga doen."
"Niet vieren zou ik zeggen."
"Ja, ik had het er ook met P over, maar die wist het ook niet."
"Niet vieren zou ik zeggen."
"Toen hebben we maar besloten om het samen te vieren. Daar in de kantine bij P in de flat. En dan tussen onze verjaardagen in. Wat vind je daarvan?"
"Tja, dat moet je zelf weten hè of je je verjaardag wilt vieren. Van mij hoeft het niet. Scheelt een hoop gedoe en het is al druk genoeg deze maanden."
"Als we het samen doen, scheelt dat wel. Drinken en zo, dat wordt geregeld. Het enige wat we dan moeten regelen is gebak en iets te eten. We vieren het dan op de 22ste."
"Oh, maar dat is de verjaardag van P zelf. Onhandig weer zo vlak voor de kerst."
"Ja, maar wel fijn dat je dan maar één keer hoeft te komen, want we vieren het samen. Dat is toch een stuk makkelijker."
"Ja, dat is zeker makkelijk en je zit zo ook niet met troep thuis."
"We hoeven dan alleen maar iets van gebak te regelen en iets te eten. En misschien dat jij dan wat mensen kunt mailen, want jij hebt de mailadressen. En anders sturen we ze wel een kaart."
"Maar om wie gaat het dan? Wie kwamen er normaal dan naar je verjaardag? De meeste mensen horen het toch al via P."
"J en H moeten het weten en M en M die zijn er toch niet meer. En misschien nog A en T."
"Nou, dat zijn 2 telefoontjes. Daar ga ik geen mail voor sturen. Dat is niet nodig dan."
"Nee, dat is ook zo. Maar het is toch wel goed zo?"
"Het is prima, maar voor mij hoeft het niet. Je moet het doen, omdat je het zelf wilt vieren. Maar het is hartstikke goed en handig zo."
"Ja, en op de dag dat ik jarig ben, kunnen jullie altijd nog een kopje koffie komen drinken."
"Oh, dus we moeten toch twee keer komen?"
"Nee, dat hoeft niet, maar dat kan natuurlijk wel."
"Ik snap het ook wel, maar er zit voor ons dus eigenlijk geen voordeel aan." (wel voor de familie van P, tenzij die ook allemaal 'gewoon op de koffie komen')
"Nou, ik ga zo naar P en dan gaan we Flikken Rotterdam kijken. Ken je dat?"
"Ik ken het wel, maar ik kijk het niet."
"Nou, het is ook niet zo ... maar over een tijdje begint Flikken Maastricht weer."
"Ik kan me voorstellen dat je die leuker vindt. Vertrouwde acteurs en zo."
"Nou, dan wens ik je een fijne avond en dan zien we elkaar voor die tijd nog wel."
"Ja, dat moet wel lukken om elkaar voor eind december nog een keer te zien. Groetjes aan P."
"Groetjes terug .... alvast."


zaterdag 23 februari 2019

Bubbel

Ik zit in een bubbel. Een fijne bubbel. Ik wil er graag nog even blijven en zet mijn telefoon op stil. Ik kijk op de klok, maar het doet er eigenlijk niet toe. Ik wil los van tijd en verplichtingen. Ik heb ze wel, maar wil er niet aan denken. Niet nu. Niet vooruit denken, alleen nu. De bubbel is nu. Deze kan ik niet negeren. Deze wil ik niet negeren. Al voel ik de dagelijkse verplichtingen trekken en roepen. Ik hoor de stemmen, de verwachtingen. Het voelt wat ongemakkelijk. Kan dat wel?

Ik moet denken aan een ballet dat ik jaren geleden gezien heb. Als echte balletkenner (uhum) heb ik net het internet afgezocht naar meer informatie. Het woord 'stroboscoop' hielp daarbij enorm.
Het was een avond rond het jaar 2000. Het kan 1999 geweest zijn, maar ook net zo goed 2002. Ik weet het niet meer en kan het zo ook niet meer terug vinden. Mijn toenmalige vriend en ik planden elk jaar meerdere voorstellingen in de schouwburg in. Van plat cabaret tot opera en in één geval ook ballet. Het was een gala voorstelling, een potpourri van voorstellingen die dat seizoen gedanst zouden worden. Het woord 'gala' had een belletje moeten laten rinkelen, maar deed dat niet.
Het was enkele uren voor de voorstellingen. We hadden eigenlijk geen zin om te gaan en hebben nog geprobeerd of een vriend de kaartjes over wilde nemen. Omdat we het zonde vonden van het geld, zijn we toch maar naar de voorstelling gegaan ... in ons dagelijkse kloffie.
Al snel bleek dat we uit de toon vielen. Vrouwen met galajurken en mannen strak in het pak. Een beetje ongemakkelijk voelde het wel. Maar als we straks zouden zitten, zou dat niet meer zo opvallen.
En daar zaten we dan. Waarschijnlijk grapten we over het naar beneden halen van de gemiddelde leeftijd. Dat deden we wel vaker, vooral bij toneelstukken. Zo zaten we ooit eens bij een toneelstuk met Willem Nijholt. Voor ons zat Mies Bouwman met haar man. In de pauze stonden we te wachten om weer plaats te nemen in de zaal. Mies stond naast ons en vroeg ons of we het allemaal wel konden verstaan. Haar man had namelijk moeite om de onversterkte dialogen te volgen. Ik dacht nog: Mies zal wel denken, die jongeren weten vast niet wie ik ben. Ze moest eens weten. Het was mijn hoogtepunt van die avond en ik baal nog steeds dat ik dat toen niet kenbaar heb gemaakt.

Enfin, we zaten te wachten op het doven van de lichten. Opeens werd er geapplaudisseerd. Mensen stonden op en keken achterom naar het balkon. Daar kwam prinses Margriet binnen gelopen. Alsof een 'gala' alleen niet genoeg was.

De voorstelling begon en wat ik allemaal gezien heb, kan ik me niet meer herinneren. Behalve het ballet met de stroboscoop. Dat was heel bijzonder. Alle lichten gingen uit, zelfs die van de nooduitgangen. En in de aarde donkere zaal danste een man waarvan je af en toe een glimp kon opvangen. Dat ie niet van het podium kukelde was een bijzonderheid op zich.

Ergens die avond was nog een bijzonder moment wat me is bijgebleven. Ik keek recht in de ogen van Erwin Olaf. Wat ik toen nog niet wist, is dat Erwin gefotografeerd had voor Introdans en ook samenwerkte met Hans van Manen. Niet gek dus dat hij daar ook was. Hoe dan ook, die blik leek recht door me heen te kijken. Alsof ik echt werd gezien. En wat zag hij dan? Of speelde zich dit alleen maar in mijn hoofd af? Was het voor hem alleen maar het kijken in de ruimte en een toevallig kruisen van blikvelden?
Ook hier dacht ik: Hij moest eens weten hoe bijzonder ik zijn foto's vind.

Terug naar afgelopen woensdag. Ik was midden in de nacht wakker. Soms kijk ik dan nog wat nieuws op mijn telefoon voordat ik weer verder hoop te slapen. Ik zag een bericht over een overzichtstentoonstelling van Erwin Olaf en keek vervolgens naar wat fotoboeken. Er was een nieuw fotoboek (februari 2019, 1e druk). Een overzicht van zijn werk. En voor een fotoboek nog betaalbaar ook. Haalde ik dit soort boeken vroeger met flinke korting bij De Slegte, nu zat ik voor ik het wist op Bol.com en klikte ik op 'bestellen'. Een kadootje voor mezelf .... om drie uur 's nachts.

Gisteravond kwam het boek binnen en vanmorgen ben ik er eens goed voor gaan zitten. Wat kan ik anders zeggen dan dat ik het prachtig vind (om te voorkomen dat ik in een gedetailleerde analyse schiet wat de lading toch niet dekt). Zo mooi! En opeens zat ik in de bubbel. Een creatieve bubbel. Hij komt wel vaker voorbij. Meestal op onmogelijke tijden. Ik kan er dan niet aan toegeven, al zou ik dan het liefst de tijd, mijn werk en alle andere 'verplichtingen' vergeten. Wat een luxe moet dat zijn. Dat je gebruik kunt maken van het moment van inspiratie. Dat je er tijd en ruimte voor hebt. Vanochtend heb ik daar sinds lange tijd toch maar weer eens aan toegegeven.

ballet: David Parsons - Caught





zondag 30 december 2018

Goede voornemens

En toen waren we maanden verder. Mijn goede voornemens worden altijd door de tijd ingehaald.

Wat zat ik dit jaar al vroeg en vol in de kerststemming. Het begon al in november. Ik liep in de Bruna en had zin in kerstkaarten versturen (ik moet toegeven; het scheelt dat ik er toevallig was en ze voor m'n neus lagen). Ik kocht meteen een set kaarten en postzegels. Die kun je maar beter klaar hebben liggen dan. Ik had ze eigenlijk toen meteen al willen schrijven en versturen, maar ik denk dat er iets tussen kwam. Waarschijnlijk een lui moment. Twee weken later ben ik er toch maar voor gaan zitten, zodat het geen laatste moment actie zou worden. Nu was het nog een gemeende groet en geen moetje. 
Begin december gingen de kaarten de deur uit. Heerlijk! Ja, ja ... nog voor de Sint het land had verlaten.

De laatste twee werkweken voor de kerstvakantie begon mijn dag- en nachtritme al te veranderen. Ik bleef 's avonds langer op en had 's morgen nog meer moeite om mijn bed uit te komen. Eén keer ben ik op een doordeweekse avond om half elf nog aan een kerstfilm begonnen. Ik kende 'm al, maar het voelde op dat moment zo lekker om 'm toch af te kijken. Ik heb er van genoten. Om half twee ging ik pas slapen. Dan maar een kort nachtje.
De volgende dag ben ik door mijn alarm heen geslapen. Toen ik wakker werd hoorde ik aan het verkeer dat er iets niet klopte. Het begon ook al licht te worden. "En dat in deze tijd van het jaar" dacht ik nog even. Het zien van de tijd plaatste die gedachte in perspectief.

Morgen ga ik de laatste week van de kerstvakantie in. Zoals altijd met goede voornemens. Die heb ik elke dag eigenlijk wel. Maar dan zonder vuurwerk en feest.


zaterdag 13 oktober 2018

Training

Een tijdje terug nam ik deel aan een individuele tweedaagse training. Natuurlijk op een rustgevende locatie en met overnachting. Dat scheen volgens de organisatie het effect van de training ten goede te komen. Vooruit dan maar.
Ik had een oppas voor mijn konijn geregeld (wat nog best ingewikkeld is met mijn loslopende pitbull konijn van 6 kilo) en had me voorgenomen om deze twee dagen als een minivakantie te zien. Ik hoefde even aan niets anders te denken.

Het hotel waar de training plaatsvond was prachtig gelegen in een heuvelachtige en bosrijke omgeving en beschikte over verschillende vergaderruimtes en bijgebouwen en had een perfecte service. Helaas mocht ik van de trainingsorganisatie gedurende de twee dagen training geen koffie drinken. Iets met effect op de hersenen in verband met wat EEG metingen. En dat terwijl het hotel over verschillende exclusieve koffie apparaten beschikte waar je de hele dag gratis van mocht blijven tanken. Inclusief koekjes.

Ik was die ochtend op tijd vertrokken en had buiten op de parkeerplaats in het ochtendzonnetje, uitkijkend over het mistige groen, een sigaret staan roken. Ik ademde de frisse lucht diep in en herhaalde 'vandaag hoef ik niks' als een mantra in mijn hoofd.

Er is een verschil tussen ontspannen zijn en ontspannen doen. Ik wilde ontspannen, maar voor ik het wist was de sigaret op en liep ik ietwat onrustig het hotel binnen, waar ik me melde bij de receptie.
De hotellounge was voorzien van een open haard en meerdere gezellige en stijlvolle zithoekjes. Eerst nam ik plaats op de bank, die al snel te diep bleek te zitten waardoor ik onderuit gleed door het leer.
Ik pakte een kop thee en ging aan de leestafel zitten. 'Ontspannen' en 'geïnteresseerd' bekeek ik de aanwezige lectuur.
Een groep vrouwelijke medewerkers van zo te zien dezelfde organisatie druppelde de lobby binnen. Ze namen plaats aan mijn tafel en even leek ik op te gaan in het geheel. Een medewerkster die wat later was, kwam binnen en zei tegen me: "Jou ken ik nog niet. Ik zal me even voorstellen." Heel aardig, maar ik maakte vriendelijk duidelijk dat ik niet bij de groep hoorde, maar best met ze mee wilde doen. De groep was nu blijkbaar compleet en vertrok al kletsend naar een andere ruimte, een aangename stilte achterlatend.

Er kwam een oudere man de ruimte ingelopen. Hij melde zich bij de receptie en ik hoorde dat hij voor dezelfde training kwam als ik. Hij nam plaats op de bank, niet wetende dat ik hier voor dezelfde training zat. En dat hield ik nog even zo. Pas toen de twee trainsters ons op kwamen halen, werden we aan elkaar voorgesteld. We kregen te horen dat we niet met elkaar over de training mochten praten en niet over persoonlijke dingen die ons tot deze training hadden gebracht. Dat hielden we tot de lunch vol.
We liepen het hotel uit naar een bijgebouw tegenover de receptie. Een prachtig oud gebouw, met krakende lange houten trappen en veel deurtjes en gangetjes, waar ik nog regelmatig verdwaald rond zou lopen op zoek naar het toilet.

Na de eerste trainingssessie van twee uur kreeg ik pauze. Een ruime pauze. Niet één van naar de wc, afknijpen en weer terug (zoals dat meestal gaat tijdens trainingen), maar één met genoeg ruimte om te drinken, roken, de opdrachten te maken en te genieten van de omgeving.
Het was prachtig weer. De wind was nog wat fris, maar de zon was sterk genoeg om me warm te houden. Ik nam plaats op het terras aan een tafel in de zon, naast het gebouw waar de training plaatsvond.

Sinds kort loop ik met mijn eigen waterfles rond. Water drinken is goed en ik doe het te weinig. Ik denk er niet aan en neem er de tijd niet voor. Om dat patroon te doorbreken, sleep ik nu dus regelmatig een waterfles met me mee. En het kwam van pas bij het innemen van de paracetamols. Een week ervoor ben ik iets te fanatiek enkele ramen gaan zemen, met pijnlijke ribspieren als gevolg.
En daar zat ik dan; een map met opdrachten voor mijn neus, daarnaast de waterfles en een sigaret in mijn hand. Er stonden geen asbakken op tafel, maar dat scheen de roker voor mij ook niet te hebben gedeerd. Tussen de kiezels op de grond lagen al meerdere peuken. Die van mij kon daar ook nog wel bij, al voelt dat toch altijd als heel erg fout. Maar ja, dat voelt roken an sich tegenwoordig ook.

Na het maken van de opdrachten probeerde ik ontspannen op mijn stoel te zitten. Het was bijna tijd om terug te gaan. Nog even probeerde ik bewust te kijken en te genieten van de rust en de natuur om me heen. Het geluid van de ruisende bladeren aan de bomen, de tjilpende vogels en af en toe een keiharde 'plok' van een op de grond vallende kastanje. Er stonden veel kastanjebomen op het terrein en het was uitkijken waar je liep als je geen onnozele dood wilde sterven.

Verderop in het veld liepen volwassenen in tweetallen. Waarschijnlijk onder lichtelijke dwang, want al snel werd duidelijk dat het hier om medewerkers van een organisatie ging die hier ook voor een training aanwezig waren. Ze waren bezig met het geijkte in tweetallen uit elkaar gaan om waarschijnlijk later gezamenlijk de uitkomsten van de opdrachten middels post-its op een flip-over vel te ordenen. Ik kon er om lachen en observeerde het geheel van een veilige afstand.
Ik heb het niet op dit soort werkvormen. Waarschijnlijk omdat ik nog nooit heb gemerkt dat het effectiever werkt dan bijvoorbeeld gezamenlijk wat punten bespreken en verzamelen.
Meestal al ik de opdracht krijg om in tweetallen uit elkaar te gaan, dan ga ik net als zovelen op zoek naar die andere roker of gezellige collega en zoeken we naar een plekje zo ver mogelijk van de trainer vandaan, waar we eerst bij kunnen kletsen om vervolgens in de laatste minuut iets op papier te zetten. En komt de trainer tussentijds langs, dan spelen we het spel mee van geïnteresseerd nadenken over de opgegeven kwestie.
Volwassenen zijn net kinderen. Als je ze vrij laat, dan nemen ze die ruimte ook. Geef ze eens ongelijk. Ook zij lopen daar rond met het idee van een minivakantie; partners en kinderen zoeken het thuis maar uit. Behalve diegenen die het thuis goed kunnen vinden met zichzelf en de ander. Die hoeven niet zo nodig in een ander bed te slapen of uit hun comfortzone te komen.

Na een paar minuten liep ik weer terug naar mijn vaste trainingsruimte. De trainsters was er nog niet, dus nam ik plaats in wachtruimte waar twee grote stoffen relaxbanken stonden. Zo relaxt, dat normaal zitten er voor mij, met mijn korte benen, weer niet inzat. Half liggend voelde ik mijn ribben wat minder en in deze onflatteuze houding wachtte ik tot de deur open ging voor het vervolg.

Het vervolg bleek hetzelfde als de eerste sessie. En zo zouden er die dag en de dag erna nog meerdere volgen. Ik vond het allemaal nog wel prima en deed braaf alles wat er van me gevraagd werd. 
Tijdens de lunchpauze schoof ik bij de oudere man aan tafel aan. We waren het erover eens dat een kop koffie wel lekker was geweest nu. We zaten op het bovenste gelegen en zonovergoten terras en mochten van de kaart kiezen, omdat het lunchbuffet al zo goed als op was. De man had zonnebrandcrème mee en smeerde zijn gezicht in. Ik had aan veel dingen gedacht voor deze dagen, maar niet aan zonnebrand.
Ik nam een panini met mozzarella, tomaat en pesto en hij ging aan de salade, mij uitleggend dat hij geen koolhydraten meer at omdat hij in het voorstadium van diabetes zat. Ik denk dat mijn aantrekkelijk uitziende broodje naast zijn saaie salade hem ertoe bracht dit op te biechten. Verder kwam ik te weten dat hij een gepensioneerde middelbare schooldirecteur uit Groningen was. Het onderwijs was, ook gezien mijn verleden, bij deze meteen een gespreksonderwerp, waarna we als brave schoolkinderen nog even apart van elkaar aan onze huiswerkopdracht gingen werken.

Bij de volgende trainingssessie begon de irritatie voor de trainster langzaam aan te groeien. Zij ging in de rol van strenge moeder en ik van het volgzame kind. Ik zag mezelf dom zitten en lachen. Ik speelde het spelletje mee. Ik kon ook niet anders meer. Ik kon niet meer terug. Ik zat gevangen in mijn rol. Zij geloofde in het sprookje wat ze aan het opvoeren was en blijkbaar dacht ze dat ik het tot me nam als zoete koek. Iets te vaak ook maakte ze die dag reclame voor het vervolgsprookje (een vierdaagse training) en ik haakte steeds meer af. Ik was het praten over mezelf, het analyseren en reflecteren beu. Ik was moe van de rol en de pijn.

Om vijf uur zat de eerste dag er gelukkig op. Het was tijd om in te checken en de spullen naar mijn hotelkamer te brengen. Een ongelooflijk aardige en gewone mevrouw stond nu achter de balie. Ik voelde meteen een klik. Ze was bekend met de trainingsorganisatie en zei tegen me: "Je mag geen koffie hè?" Waarop ik zei dat dat wel jammer was, maar dat ik gelukkig wel mocht roken. Tenminste, daar had ík niks over gelezen.
Bij het inchecken bleek dat mijn naam niet in het systeem stond. Mijn kamer stond op naam van ene Nico. Maar dat was verder geen probleem en ik kreeg de kamer van Nico. Waarop ik en de mevrouw grapten dat ze Nico best door mocht sturen als het een leuke vent bleek te zijn.
De hotelkamer was prachtig en groot. Ik had er zelfs een woonkamer bij met Frans balkon en een openslaande deur met uitzicht op het 'trainingsveldje', waar ik tijdens het lopen van de route van trainingsruimte naar receptie een hond zag rennen en waar een groep mensen naar stond te kijken. Vast iets met een training. Maar voor wie?

Ik was doodmoe en wilde eigenlijk bij aankomst in mijn hotelkamer wat makkelijk zittende kleding aandoen en op de bank gaan hangen. Even twijfelde ik of ik het eten naar mijn kamer zou laten brengen. In de informatiebrief van de trainingsorganisatie stond dat dat middels een kleine bijdrage mogelijk was. Na een paar keer 'ontspannen' heen en weer lopen van hotelkamer naar eetzaal besloot ik dat het goed was om gewoon 'uit' eten te gaan. Ik trek mezelf al te vaak terug de laatste tijd.

In de eetzaal zaten groepen medewerkers aan het diner en het ging er luid aan toe. Mijn kamer lonkte, maar ik nam toch plaats aan een tafel voor twee bij de openslaande deur naar het terras. Ik was goed voorbereid en had een boek meegenomen om het staren in de verte tot een minimum te beperken. Geconcentreerd lezen lukte me niet echt, maar het was iets om de tijd mee door te komen tot het eten er was. De groepen medewerkers gingen wat eerder weg en de rust keerde weder. Net als mijn lotgenoot, die bij mij aan tafel kwam zitten.

Van de receptioniste had ik begrepen dat we drie gangen mochten kiezen en zo vertelde ik het ook tegen mijn trainingsmaatje. We moesten aangeven van welke organisatie we waren en dan kwam het vanzelf goed. De gerechten op de kaart zagen er chique uit en we gingen het ervan nemen.
Mijn tafelgenoot baalde dat hij geen wijn mocht drinken. Daar zat deze dagen ook een verbod op. Daar had ik dan weer minder last van. Hij vertelde ook dat hij net schapen op het trainingsveldje had gezien. Met mijn aanvulling van de waargenomen hond, konden we het plaatje compleet maken.
Ik heb echt heerlijk gegeten en zat aan het eind bomvol en ongemakkelijk op mijn stoel. Ik kon niet wachten om naar mijn kamer te gaan, makkelijke kleren aan te trekken, de zoveelste paracetamols achterover te slaan en eindelijk te gaan genieten van mijn kamer vol luxe.

Bij het verlaten van het restaurant werden we onverwacht verzocht om voor één gerecht te betalen, want de trainingsorganisatie had met het hotel afgesproken dat ze twee gangen zouden vergoeden. Daar wisten wij niets van, maar ik vond het geen probleem en trok mijn portemonnee al. Opeens zei de barjongen dat hij één gerecht wel op rekening van het hotel zou zetten en wij niet hoefden te betalen, omdat wij er ook niet over geïnformeerd waren. Mijn tafelgenoot en ik vonden dit heel attent. Over de training hadden we zo onze bedenkingen, maar de service hier was geweldig. En dat maakte een hoop goed.
Terug op mijn hotelkamer las ik de informatiebrief van de organisatie nog eens door. Blijkbaar ben ik een selectieve lezer, want wat het avondeten betreft werd toch duidelijk over twee gangen gesproken. 'Geluk is met de dommen' bleek maar weer.

Het was pas kwart over negen. Ik was totaal leeg en op. Ik heb me zelden zo moe gevoeld en besloot te gaan slapen. Jammer van die mooie kamer en mijn voornemen.
Wat ik toen nog niet wist, was dat ik na een uurtje te hebben liggen draaien om een pijnvrije houding te vinden, uiteindelijk de hele nacht van de woonkamer heb kunnen 'genieten'. Wat hielp tegen de pijn was rondjes lopen om de tafel op het kleed. Dit heb ik wel zeker een uur gedaan. Misschien helpt liggen op de bank wel? Of toch weer eens het bed proberen? Om half 2 de t.v. maar eens aanzetten en wat herhalingen kijken. Misschien helpen de meegenomen chips en appelsap wel. Komen ze toch nog van pas, al is het midden in de nacht. Goh, terroristen opgepakt in Arnhem? Je bent even de stad uit en er gebeurt wat. Heb ik de hoofdverdachte in de klas gehad? Toch eens zoeken op internet en de leeftijd narekenen. Nee, dat kan 'm niet zijn, maar de gedachte voelde toch even heel raar. Toch maar weer even een rondje om de tafel lopen. Weer wat paracetamols erin en maar plassen. Jemig, wat is het stil hier! En wat heb ik het warm! Temperatuur in de kamer maar eens wat lager zetten. Is dat nou een haar tussen de boxsprings in? Waarom zitten die bedden niet vast tegen elkaar? Ik drijf steeds verder weg met mijn topmatrasje. En waarom zo'n dik dekbed! Dekbed van me af, dekbed over me heen. Oh ja, de balkondeur kan ook open. Kom maar binnen koele lucht! Zal ik naar huis rijden nu? Dat zou wat zijn. Midden in de nacht vertrekken. Het idee sprak me best aan. Maar dat doe je toch niet? En hoe bericht ik mijn trainster dat ze morgen hier niet naar toe hoeft te komen? En dat is toch ook zonde van de training (lees: geld). Zal ik een praatje gaan maken met de receptioniste? Zou zij een sterkere pijnstiller hebben? Het bed maar weer eens proberen dan? Ik zet de wekker maar wat later, voor het geval ik toch nog in slaap val. Dan maar geen ontbijt. Ik heb toevallig nog Sultana's in mijn tas. Die voldoen ook.

Ik denk dat ik uiteindelijk toch nog een uurtje heb geslapen voordat ik aan dag twee begon. Wat verlangde ik naar huis, wat had ik geen zin in het vervolg, wat moest ik mezelf door de dag heen slepen. Nog even doorzetten en dan had ik het gehad en kon ik het afsluiten. Niks vierdaags vervolg, al was het gratis!
Ik telde de uren en de sessies af. Het enige hoogtepunt van de dag was het lunchbuffet.

Met een ongelooflijke honger liep ik de volle en rumoerige eetzaal in. Mijn partner in crime, waarvan ik inmiddels wist dat hij het ook wel had gehad, zat te eten op een hoge stoel aan een hoge tafel direct naast het buffet. Tegenover hem stond geen stoel en er was er ook geen meer vrij. Ik groette hem en liep langs het buffet. Ik krijg nog water in m'n mond als ik eraan denk. Ik nam een Italiaanse bol, met op de ene helft heerlijk dikke zalmplakken en op de ander een stuk geitenkaas. Ik ging met mijn bord aan zijn tafel staan en stortte me op mijn broodje zalm. Uit solidariteit ging de man ook staand eten, maar ik verzekerde hem dat ik het juist fijn vond om even te staan en dat hij gerust weer kon gaan zitten. En ik vond het staan ook echt fijn en wat was ik aan het genieten! De man nam het er ook van en vergat voor vandaag even zijn dieet. Fuck de koolhydraten! Alleen de koffie ontbrak nog. Wat had ik daar zin in!
Terwijl we samen zaten/stonden te bunkeren, wees hij mij op twee warmhoudbakken waarvan hij van de inhoud al kennis had genomen. In de één zaten met kaas gegratineerde aardappelschijfjes in een roomsaus en in de andere warm vlees met een hemelse jus. Ik had nog een halve bol met geitenkaas op mijn bord, maar daar kon best wel wat vlees en aardappel bij. En wat combineerde het verrukkelijk! Ik heb meerdere keren opgeschept.

Nog één keer gingen we afzonderlijk van elkaar aan de slag met de huiswerkopdracht voor de laatste sessie. Bij het trainingsgebouw, waar ik nog even een sigaret stond te roken, kwamen we elkaar nog één keer tegen. We verlangden allebei naar huis, koffie en in zijn geval ook drank. We zwoeren allebei niet te tekenen voor de vierdaagse training en wenste elkaar sterkte.

Bij de laatste sessie voelde ik de minuten wegtikken, boeide het me allemaal niet meer, werd ik vrolijker naarmate het einde naderde en nam ik afscheid van de trainster, die me beloofde na twee weken nog eens te bellen om te kijken hoe het met me ging. Je doet maar.

Compleet leeggezogen stapte ik in mijn auto en begon ik mijn reis naar huis, de vrijheid en de koffie tegemoet.





donderdag 6 september 2018

Gif

Een week lang heeft dit blog in mijn concepten gestaan. Een week lang was het te kwetsbaar, nog niet klaar voor de buitenwereld. De wereld van de positiviteit, omdenken, er zijn geen problemen, "Hoe gaat het?" Goed!" En lachen maar.

"Die tür fällt zu, das licht geht aus
Seid ihr bereit?
Seid ihr soweit?
Willkommen, in der dunkelheit!"
Rammstein

Ik ben er niet bang voor, ik ken de weg in het donker. Ik hoef niet te bungeejumpen om de dood in de ogen te kijken om vervolgens het leven te kunnen omarmen. Minder spectaculair, minder algemeen geaccepteerd, maar net zo waar. En heb het tot een kunst verheven. Het grootste drama zet ik om in een blijspel. En lachen maar.

Het lijkt alsof er geen taboes meer zijn, maar dat is omdat we ze verhullen met mooie woorden, nep-empathie en uiterlijkheden. "... and slowly and surely drew their plans against us." H.G. Wells
Maar het is aanwezig, het gif. Het is overal. Ik absorbeer het alsof het 't puurste water is. Het vindt vanzelf een weg naar binnen, tot diep in elke vezel. Het houdt zich schuil. Etterend en zwerend. Verlammend. Ik zie het ook bij anderen. Vretend aan hun eigenwaarde. Steeds een beetje meer, steeds verder het donker in. Af en toe druipt er wat gif weg. Dan vlieg ik met 140 kilometer per uur over de snelweg, parkeer ik recalcitrant op een kruis, gaat de autoradio op maximaal. Onzichtbare automutilatie. En lachen maar.

"Je gaat het pas zien als je het doorhebt." Johan Cruijff
Sneeuwwitje zag geen heks. Ze zag een oude vrouw met een appel en hoorde een mooie belofte. Ze zag niet wat wij wisten. Ze wist niet wat wij zagen. Ze geloofde in goede bedoelingen en nam een hap. En we weten allemaal hoe dat afliep.
Maar toen kwam er een prins en die maakte alles goed. En lachen maar.



dinsdag 4 september 2018

Voor wie dit leest

Ik heb mijn Facebook account opgezegd. Ik was er klaar mee. In dit geval betekent het waarschijnlijk ook: wie leest dit nog? Als ik geen link meer op facebook plaats en Google mij nog niet gevonden heeft. En voor wie schrijf je dan?

Vroeger schreef ik voor niemand. Ik schreef in mijn dagboek, schreef gedichten, gedachtes of ideeën voor films. Eén daarvan leek jaren geleden wel gejat (The Forgotten). Dat krijg je ervan als je niks met je ideeën doet. Uiteindelijk is er altijd wel iemand die hetzelfde idee krijgt en het wel tot uitvoering brengt.
Vooral die gedichten waren zware kost. Te zwaar om ook maar aan iemand te laten lezen. Ze zouden het niet snappen en ik kon het niet aan om mijn ziel bloot te geven. Te kwetsbaar. Bang voor onbegrip. Bang voor kritiek? Ik hield het voor mezelf.

Ik weet niet meer wat ik aan het schrijven was, maar mijn moeder was er nieuwsgierig naar. Ik woonde nog thuis en wilde het niet vertellen. Privacy was en is nog steeds een groot goed voor mij. Iets wat mijn ouders nooit gesnapt hebben en moeilijk konden respecteren. Dat wil zeggen; zij hadden geheimen en ik moest alles vertellen. En braaf als ik was, deed ik dat dan ook vaak. Net als die keer dat ik dacht dat ze het wel aan zouden kunnen als ik zou vertellen dat ik een trekje van een joint had genomen tijdens een schoolfeest op de Pabo. Ze snapten er niks van en zagen me meteen voor junk aan. Hoe had ik zo dom kunnen zijn? Straks was ik verslaafd! Dat ik na dat ene trekje vervolgens kotsmisselijk de hele avond in de kleedkamer van de gymzaal heb gezeten, daar zagen ze de humor niet van in. Ik wel. Achteraf dan.

Het was een rode typemachine. Waarschijnlijk van mijn broer geweest, die 12 jaar ouder is en op dat moment al niet meer thuis woonde. En het was vlak voordat ik naar school ging (middelbareschooltijd).
Mijn moeder moest en zou weten wat ik aan het typen was. De gedachte dat zij er niet achter zou komen, vrat aan haar. En ik weigerde het haar te vertellen, wetende dat het moment zou komen dat ik het huis uit moest om naar school te gaan. De typemachine achterlatend onder de zwarte beschermkap in de woonkamer. Met angst voor wat er zou gebeuren zodra ik het huis had verlaten en wat ik zou aantreffen als ik weer thuis zou komen. Die gedachte moet me de hele dag bezig hebben gehouden.
Ik weet niet of ze het gelezen heeft, maar bij thuiskomst bleek dat ze mijn verzameling posters die ik in mijn bureaulade bewaarde, omdat ze te mooi waren om op te hangen, had weggegooid. Uit nijd. Ik kan me mijn ongeloof, woede en verdriet nog goed herinneren. Ze waren echt weg. Niet eens meer terug te vinden in de prullenbak. Ik heb overal en meerdere keren gezocht. Het voelde alsof er was ingebroken. Letterlijk en emotioneel. Iets waar ik zo zuinig op was, waar ik voor gespaard had, weg. De pijn was nog wekenlang voelbaar.

Dus voor wie dit leest, je mag dit lezen. En je mag ervan vinden wat je vindt. Als je maar van mijn spullen afblijft!


woensdag 22 augustus 2018

Feng Shui en de kakelende kantoortuin

"Feng shui is de meer dan 3000 jaar oude filosofie die leert hoe de omgeving het geluk kan beïnvloeden. Het leert welke invloeden vormgeving en inrichting op het welzijn en geluk van de mens hebben, en ook hoe negatieve invloeden veranderd kunnen worden in positieve.
Feng shui gaat over de relatie tussen de mens en de leef- of werkomgeving en is gericht op harmonie tussen natuurlijke en gecreëerde vormen.
Het doel van Feng shui is om onze leef- of werkomgeving zo aan te passen dat een harmonieuze stroming van Qi gestimuleerd wordt."
bron: Wikipedia


Bovenstaande foto (zelf gemaakt overigens) zou zo in een tijdschrift kunnen wat mij betreft. Mag ik dat zeggen? Ja, dat mag ik zeggen. (bron: Mart Smeets) Het verhaal erachter is echter minder rustgevend dan de foto.

Het was dinsdag. Werkdag nummer 2 na de vakantie. Vandaag ging ik enigszins vermoeid van de eerste werkdag en een korte nacht naar mijn werk. Ik had al twee paracetamols achter de kiezen. Op zich had ik best zin om te werken, maar het vooruitzicht van de te warme kantoortuin (lees: voor mij twee onproductieve factoren) hield me tegen. Ik weet dat een werkplek of gebouw niet aan ieders wensen kan voldoen en ik voel me al in de minderheid en een zeur, dus ga ik er vaak toch weer zitten. Wat moet je ook anders, want in het hele gebouw is geen rustige, koele werkplek te vinden.
En ondanks dat ik me de hele weg naar het werk had voorgenomen om ergens anders te gaan zitten, kroop ik in de ochtend toch weer achter een bureau in de kantoortuin. Het feit dat ik niet op mijn 'vaste plek' ging zitten vond ik al rebels genoeg.

Onze kantoortuin ligt, net als de voorkeur bij veel mensen voor een gewone tuin, op het zuiden. De ramen gaan naar binnen open en de zonneschermen zitten aan de binnenkant. Staat er één raam open, dan kunnen de zonneschermen niet meer naar beneden. We hebben het dan over ongeveer 8 zonneschermen over de breedte van onze hele tuin, die óf allemaal naar beneden gaan óf allemaal omhoog. Hier zal ik het verder maar bij laten.
Alle kantoorruimtes en werktuinen liggen op het zuiden. De klaslokalen bevinden zich aan de andere kant van het gebouw en liggen op het noorden. Daar is het vaak heerlijk koel, maar zoals het in een schoolgebouw betreft, ook bezet. De kantine is gedeeltelijk inpandig, ligt in de kelder en op het noorden (zie onderstaande foto), maar ook daar ga je op een gewone schooldag niet rustig tussen de studenten zitten werken. Tot zover 'North and South'.

Onze werkkamer is heel gezellig. Niet qua inrichting, maar qua (de meeste) mensen. Verder is het een verzameling grijze standaard kantoorkasten op een braakgroene vloerbekking. Meneer Feng Shui is hier nog niet langs geweest.
Wel is het heel makkelijk dat je met z'n allen bij elkaar zit en even snel iets kunt overleggen of kortsluiten. En dat doet iedereen dan ook. Er zijn ook momenten dat het stil is, maar de dreiging van gestoord worden, hangt altijd in de lucht. Je bent dus altijd in opperste staat van paraatheid. Ook al is er geen dreiging, de cortisol stroomt naast de slappe koffie rijkelijk door je lichaam.
En ik weet nogal van veel dingen wat af, al zeg ik het zelf (oeps, weer een Mart Smeetsje), dus ik krijg nog wel eens wat vragen mijn kant op. Eerlijk is eerlijk, ik doe het ook bij anderen als het nodig is. Die hectiek, afwisseling en snelle actie kan ik ook wel waarderen en mensen (verder kunnen) helpen vind ik ook leuk, maar niet continue. En ik heb daar toch ook wel graag zelf de regie over, want ik heb ook eigen werk wat af moet. En in die ruimte met voor mij tropische temperaturen krijg ik dat gewoon niet voor elkaar. En gister al helemaal niet. Met enkele collega's die hetzelfde hadden, heb ik daar wel smakelijk om zitten lachen (want als je goed kijkt, zie je hoe absurd die hele situatie is).

Ik had pas door hoe opgefokt ik was (ik kan geen beter woord verzinnen om aan te geven hoe ik me op dat moment voelde) toen ik me aan mijn eigen afspraak hield om pauze te houden en rustig mijn boterham op te eten. De studenten starten officieel over twee weken pas, dus de kantine leek me wel een goede optie. Het was er verlaten en koel. Ik ging in de uiterste hoek zitten op de bruine, mega lange chesterfield (het mag wat kosten) en zette mijn koffie op een design houten boomstammetje. Eindelijk rust, dacht ik. En dat was het ook, het was er rustig. Maar ik kreeg mezelf niet op standje rustig. Ik zat op het puntje van de bank en heb mijn boterham bijna onbewust naar binnen gewerkt. Dit was niet de bedoeling. Hoe kon dat nou? Ga nou eens rustig achterover op de bank zitten en geniet van deze feng shui ingerichte plek. Er is niemand, waarom zo opgefokt? Maar ik kreeg het niet voor elkaar om de rust van de plek te ervaren. Daar is blijkbaar toch meer voor nodig.

Ongeduldig liep ik weer naar boven om verder te werken. Ik had me voorgenomen mijn laptop op te pakken en een plek buiten de kantoortuin te zoeken. Misschien wel in die kantine. Dus weer vier verdiepingen naar beneden, maar nu met al mijn werkspullen.
Inmiddels was de kantine in gereedheid gebracht voor de opening van het studiejaar en in afwachting van hordes medewerkers die waarschijnlijk makkelijk 4 uur van hun werkdag konden missen in deze eerste hectische week. Geen optie dus.
Na wat rondzwerven belandde ik weer op de derde verdieping en vond ik een plek waar ik na een uurtje afkoelen eindelijk weer wat uit mijn vingers kreeg en heb ik twee uur lekker kunnen werken. Een collega die daar ook werkte, wilde me heel lief op mijn gemak stellen door aan te bieden een lamp boven mijn tafeltje aan te doen. Maar ik hoefde geen licht, ik vond het prima zo. Eindelijk rust, eindelijk plek, eindelijk feng shui.
bron: Nina Cocco