Een tijdje terug nam ik deel aan een individuele tweedaagse training. Natuurlijk op een rustgevende locatie en met overnachting. Dat scheen volgens de organisatie het effect van de training ten goede te komen. Vooruit dan maar.
Ik had een oppas voor mijn konijn geregeld (wat nog best ingewikkeld is met mijn loslopende pitbull konijn van 6 kilo) en had me voorgenomen om deze twee dagen als een minivakantie te zien. Ik hoefde even aan niets anders te denken.
Het hotel waar de training plaatsvond was prachtig gelegen in een heuvelachtige en bosrijke omgeving en beschikte over verschillende vergaderruimtes en bijgebouwen en had een perfecte service. Helaas mocht ik van de trainingsorganisatie gedurende de twee dagen training geen koffie drinken. Iets met effect op de hersenen in verband met wat EEG metingen. En dat terwijl het hotel over verschillende exclusieve koffie apparaten beschikte waar je de hele dag gratis van mocht blijven tanken. Inclusief koekjes.
Ik was die ochtend op tijd vertrokken en had buiten op de parkeerplaats in het ochtendzonnetje, uitkijkend over het mistige groen, een sigaret staan roken. Ik ademde de frisse lucht diep in en herhaalde 'vandaag hoef ik niks' als een mantra in mijn hoofd.
Er is een verschil tussen ontspannen zijn en ontspannen doen. Ik wilde ontspannen, maar voor ik het wist was de sigaret op en liep ik ietwat onrustig het hotel binnen, waar ik me melde bij de receptie.
De hotellounge was voorzien van een open haard en meerdere gezellige en stijlvolle zithoekjes. Eerst nam ik plaats op de bank, die al snel te diep bleek te zitten waardoor ik onderuit gleed door het leer.
Ik pakte een kop thee en ging aan de leestafel zitten. 'Ontspannen' en 'geïnteresseerd' bekeek ik de aanwezige lectuur.
Een groep vrouwelijke medewerkers van zo te zien dezelfde organisatie druppelde de lobby binnen. Ze namen plaats aan mijn tafel en even leek ik op te gaan in het geheel. Een medewerkster die wat later was, kwam binnen en zei tegen me: "Jou ken ik nog niet. Ik zal me even voorstellen." Heel aardig, maar ik maakte vriendelijk duidelijk dat ik niet bij de groep hoorde, maar best met ze mee wilde doen. De groep was nu blijkbaar compleet en vertrok al kletsend naar een andere ruimte, een aangename stilte achterlatend.
Er kwam een oudere man de ruimte ingelopen. Hij melde zich bij de receptie en ik hoorde dat hij voor dezelfde training kwam als ik. Hij nam plaats op de bank, niet wetende dat ik hier voor dezelfde training zat. En dat hield ik nog even zo. Pas toen de twee trainsters ons op kwamen halen, werden we aan elkaar voorgesteld. We kregen te horen dat we niet met elkaar over de training mochten praten en niet over persoonlijke dingen die ons tot deze training hadden gebracht. Dat hielden we tot de lunch vol.
We liepen het hotel uit naar een bijgebouw tegenover de receptie. Een prachtig oud gebouw, met krakende lange houten trappen en veel deurtjes en gangetjes, waar ik nog regelmatig verdwaald rond zou lopen op zoek naar het toilet.
Na de eerste trainingssessie van twee uur kreeg ik pauze. Een ruime pauze. Niet één van naar de wc, afknijpen en weer terug (zoals dat meestal gaat tijdens trainingen), maar één met genoeg ruimte om te drinken, roken, de opdrachten te maken en te genieten van de omgeving.
Het was prachtig weer. De wind was nog wat fris, maar de zon was sterk genoeg om me warm te houden. Ik nam plaats op het terras aan een tafel in de zon, naast het gebouw waar de training plaatsvond.
Sinds kort loop ik met mijn eigen waterfles rond. Water drinken is goed en ik doe het te weinig. Ik denk er niet aan en neem er de tijd niet voor. Om dat patroon te doorbreken, sleep ik nu dus regelmatig een waterfles met me mee. En het kwam van pas bij het innemen van de paracetamols. Een week ervoor ben ik iets te fanatiek enkele ramen gaan zemen, met pijnlijke ribspieren als gevolg.
En daar zat ik dan; een map met opdrachten voor mijn neus, daarnaast de waterfles en een sigaret in mijn hand. Er stonden geen asbakken op tafel, maar dat scheen de roker voor mij ook niet te hebben gedeerd. Tussen de kiezels op de grond lagen al meerdere peuken. Die van mij kon daar ook nog wel bij, al voelt dat toch altijd als heel erg fout. Maar ja, dat voelt roken an sich tegenwoordig ook.
Na het maken van de opdrachten probeerde ik ontspannen op mijn stoel te zitten. Het was bijna tijd om terug te gaan. Nog even probeerde ik bewust te kijken en te genieten van de rust en de natuur om me heen. Het geluid van de ruisende bladeren aan de bomen, de tjilpende vogels en af en toe een keiharde 'plok' van een op de grond vallende kastanje. Er stonden veel kastanjebomen op het terrein en het was uitkijken waar je liep als je geen onnozele dood wilde sterven.
Verderop in het veld liepen volwassenen in tweetallen. Waarschijnlijk onder lichtelijke dwang, want al snel werd duidelijk dat het hier om medewerkers van een organisatie ging die hier ook voor een training aanwezig waren. Ze waren bezig met het geijkte in tweetallen uit elkaar gaan om waarschijnlijk later gezamenlijk de uitkomsten van de opdrachten middels post-its op een flip-over vel te ordenen. Ik kon er om lachen en observeerde het geheel van een veilige afstand.
Ik heb het niet op dit soort werkvormen. Waarschijnlijk omdat ik nog nooit heb gemerkt dat het effectiever werkt dan bijvoorbeeld gezamenlijk wat punten bespreken en verzamelen.
Meestal al ik de opdracht krijg om in tweetallen uit elkaar te gaan, dan ga ik net als zovelen op zoek naar die andere roker of gezellige collega en zoeken we naar een plekje zo ver mogelijk van de trainer vandaan, waar we eerst bij kunnen kletsen om vervolgens in de laatste minuut iets op papier te zetten. En komt de trainer tussentijds langs, dan spelen we het spel mee van geïnteresseerd nadenken over de opgegeven kwestie.
Volwassenen zijn net kinderen. Als je ze vrij laat, dan nemen ze die ruimte ook. Geef ze eens ongelijk. Ook zij lopen daar rond met het idee van een minivakantie; partners en kinderen zoeken het thuis maar uit. Behalve diegenen die het thuis goed kunnen vinden met zichzelf en de ander. Die hoeven niet zo nodig in een ander bed te slapen of uit hun comfortzone te komen.
Na een paar minuten liep ik weer terug naar mijn vaste trainingsruimte. De trainsters was er nog niet, dus nam ik plaats in wachtruimte waar twee grote stoffen relaxbanken stonden. Zo relaxt, dat normaal zitten er voor mij, met mijn korte benen, weer niet inzat. Half liggend voelde ik mijn ribben wat minder en in deze onflatteuze houding wachtte ik tot de deur open ging voor het vervolg.
Het vervolg bleek hetzelfde als de eerste sessie. En zo zouden er die dag en de dag erna nog meerdere volgen. Ik vond het allemaal nog wel prima en deed braaf alles wat er van me gevraagd werd.
Tijdens de lunchpauze schoof ik bij de oudere man aan tafel aan. We waren het erover eens dat een kop koffie wel lekker was geweest nu. We zaten op het bovenste gelegen en zonovergoten terras en mochten van de kaart kiezen, omdat het lunchbuffet al zo goed als op was. De man had zonnebrandcrème mee en smeerde zijn gezicht in. Ik had aan veel dingen gedacht voor deze dagen, maar niet aan zonnebrand.
Ik nam een panini met mozzarella, tomaat en pesto en hij ging aan de salade, mij uitleggend dat hij geen koolhydraten meer at omdat hij in het voorstadium van diabetes zat. Ik denk dat mijn aantrekkelijk uitziende broodje naast zijn saaie salade hem ertoe bracht dit op te biechten. Verder kwam ik te weten dat hij een gepensioneerde middelbare schooldirecteur uit Groningen was. Het onderwijs was, ook gezien mijn verleden, bij deze meteen een gespreksonderwerp, waarna we als brave schoolkinderen nog even apart van elkaar aan onze huiswerkopdracht gingen werken.
Bij de volgende trainingssessie begon de irritatie voor de trainster langzaam aan te groeien. Zij ging in de rol van strenge moeder en ik van het volgzame kind. Ik zag mezelf dom zitten en lachen. Ik speelde het spelletje mee. Ik kon ook niet anders meer. Ik kon niet meer terug. Ik zat gevangen in mijn rol. Zij geloofde in het sprookje wat ze aan het opvoeren was en blijkbaar dacht ze dat ik het tot me nam als zoete koek. Iets te vaak ook maakte ze die dag reclame voor het vervolgsprookje (een vierdaagse training) en ik haakte steeds meer af. Ik was het praten over mezelf, het analyseren en reflecteren beu. Ik was moe van de rol en de pijn.
Om vijf uur zat de eerste dag er gelukkig op. Het was tijd om in te checken en de spullen naar mijn hotelkamer te brengen. Een ongelooflijk aardige en gewone mevrouw stond nu achter de balie. Ik voelde meteen een klik. Ze was bekend met de trainingsorganisatie en zei tegen me: "Je mag geen koffie hè?" Waarop ik zei dat dat wel jammer was, maar dat ik gelukkig wel mocht roken. Tenminste, daar had ík niks over gelezen.
Bij het inchecken bleek dat mijn naam niet in het systeem stond. Mijn kamer stond op naam van ene Nico. Maar dat was verder geen probleem en ik kreeg de kamer van Nico. Waarop ik en de mevrouw grapten dat ze Nico best door mocht sturen als het een leuke vent bleek te zijn.
De hotelkamer was prachtig en groot. Ik had er zelfs een woonkamer bij met Frans balkon en een openslaande deur met uitzicht op het 'trainingsveldje', waar ik tijdens het lopen van de route van trainingsruimte naar receptie een hond zag rennen en waar een groep mensen naar stond te kijken. Vast iets met een training. Maar voor wie?
Ik was doodmoe en wilde eigenlijk bij aankomst in mijn hotelkamer wat makkelijk zittende kleding aandoen en op de bank gaan hangen. Even twijfelde ik of ik het eten naar mijn kamer zou laten brengen. In de informatiebrief van de trainingsorganisatie stond dat dat middels een kleine bijdrage mogelijk was. Na een paar keer 'ontspannen' heen en weer lopen van hotelkamer naar eetzaal besloot ik dat het goed was om gewoon 'uit' eten te gaan. Ik trek mezelf al te vaak terug de laatste tijd.
In de eetzaal zaten groepen medewerkers aan het diner en het ging er luid aan toe. Mijn kamer lonkte, maar ik nam toch plaats aan een tafel voor twee bij de openslaande deur naar het terras. Ik was goed voorbereid en had een boek meegenomen om het staren in de verte tot een minimum te beperken. Geconcentreerd lezen lukte me niet echt, maar het was iets om de tijd mee door te komen tot het eten er was. De groepen medewerkers gingen wat eerder weg en de rust keerde weder. Net als mijn lotgenoot, die bij mij aan tafel kwam zitten.
Van de receptioniste had ik begrepen dat we drie gangen mochten kiezen en zo vertelde ik het ook tegen mijn trainingsmaatje. We moesten aangeven van welke organisatie we waren en dan kwam het vanzelf goed. De gerechten op de kaart zagen er chique uit en we gingen het ervan nemen.
Mijn tafelgenoot baalde dat hij geen wijn mocht drinken. Daar zat deze dagen ook een verbod op. Daar had ik dan weer minder last van. Hij vertelde ook dat hij net schapen op het trainingsveldje had gezien. Met mijn aanvulling van de waargenomen hond, konden we het plaatje compleet maken.
Ik heb echt heerlijk gegeten en zat aan het eind bomvol en ongemakkelijk op mijn stoel. Ik kon niet wachten om naar mijn kamer te gaan, makkelijke kleren aan te trekken, de zoveelste paracetamols achterover te slaan en eindelijk te gaan genieten van mijn kamer vol luxe.
Bij het verlaten van het restaurant werden we onverwacht verzocht om voor één gerecht te betalen, want de trainingsorganisatie had met het hotel afgesproken dat ze twee gangen zouden vergoeden. Daar wisten wij niets van, maar ik vond het geen probleem en trok mijn portemonnee al. Opeens zei de barjongen dat hij één gerecht wel op rekening van het hotel zou zetten en wij niet hoefden te betalen, omdat wij er ook niet over geïnformeerd waren. Mijn tafelgenoot en ik vonden dit heel attent. Over de training hadden we zo onze bedenkingen, maar de service hier was geweldig. En dat maakte een hoop goed.
Terug op mijn hotelkamer las ik de informatiebrief van de organisatie nog eens door. Blijkbaar ben ik een selectieve lezer, want wat het avondeten betreft werd toch duidelijk over twee gangen gesproken. 'Geluk is met de dommen' bleek maar weer.
Het was pas kwart over negen. Ik was totaal leeg en op. Ik heb me zelden zo moe gevoeld en besloot te gaan slapen. Jammer van die mooie kamer en mijn voornemen.
Wat ik toen nog niet wist, was dat ik na een uurtje te hebben liggen draaien om een pijnvrije houding te vinden, uiteindelijk de hele nacht van de woonkamer heb kunnen 'genieten'. Wat hielp tegen de pijn was rondjes lopen om de tafel op het kleed. Dit heb ik wel zeker een uur gedaan. Misschien helpt liggen op de bank wel? Of toch weer eens het bed proberen? Om half 2 de t.v. maar eens aanzetten en wat herhalingen kijken. Misschien helpen de meegenomen chips en appelsap wel. Komen ze toch nog van pas, al is het midden in de nacht. Goh, terroristen opgepakt in Arnhem? Je bent even de stad uit en er gebeurt wat. Heb ik de hoofdverdachte in de klas gehad? Toch eens zoeken op internet en de leeftijd narekenen. Nee, dat kan 'm niet zijn, maar de gedachte voelde toch even heel raar. Toch maar weer even een rondje om de tafel lopen. Weer wat paracetamols erin en maar plassen. Jemig, wat is het stil hier! En wat heb ik het warm! Temperatuur in de kamer maar eens wat lager zetten. Is dat nou een haar tussen de boxsprings in? Waarom zitten die bedden niet vast tegen elkaar? Ik drijf steeds verder weg met mijn topmatrasje. En waarom zo'n dik dekbed! Dekbed van me af, dekbed over me heen. Oh ja, de balkondeur kan ook open. Kom maar binnen koele lucht! Zal ik naar huis rijden nu? Dat zou wat zijn. Midden in de nacht vertrekken. Het idee sprak me best aan. Maar dat doe je toch niet? En hoe bericht ik mijn trainster dat ze morgen hier niet naar toe hoeft te komen? En dat is toch ook zonde van de training (lees: geld). Zal ik een praatje gaan maken met de receptioniste? Zou zij een sterkere pijnstiller hebben? Het bed maar weer eens proberen dan? Ik zet de wekker maar wat later, voor het geval ik toch nog in slaap val. Dan maar geen ontbijt. Ik heb toevallig nog Sultana's in mijn tas. Die voldoen ook.
Ik denk dat ik uiteindelijk toch nog een uurtje heb geslapen voordat ik aan dag twee begon. Wat verlangde ik naar huis, wat had ik geen zin in het vervolg, wat moest ik mezelf door de dag heen slepen. Nog even doorzetten en dan had ik het gehad en kon ik het afsluiten. Niks vierdaags vervolg, al was het gratis!
Ik telde de uren en de sessies af. Het enige hoogtepunt van de dag was het lunchbuffet.
Met een ongelooflijke honger liep ik de volle en rumoerige eetzaal in. Mijn partner in crime, waarvan ik inmiddels wist dat hij het ook wel had gehad, zat te eten op een hoge stoel aan een hoge tafel direct naast het buffet. Tegenover hem stond geen stoel en er was er ook geen meer vrij. Ik groette hem en liep langs het buffet. Ik krijg nog water in m'n mond als ik eraan denk. Ik nam een Italiaanse bol, met op de ene helft heerlijk dikke zalmplakken en op de ander een stuk geitenkaas. Ik ging met mijn bord aan zijn tafel staan en stortte me op mijn broodje zalm. Uit solidariteit ging de man ook staand eten, maar ik verzekerde hem dat ik het juist fijn vond om even te staan en dat hij gerust weer kon gaan zitten. En ik vond het staan ook echt fijn en wat was ik aan het genieten! De man nam het er ook van en vergat voor vandaag even zijn dieet. Fuck de koolhydraten! Alleen de koffie ontbrak nog. Wat had ik daar zin in!
Terwijl we samen zaten/stonden te bunkeren, wees hij mij op twee warmhoudbakken waarvan hij van de inhoud al kennis had genomen. In de één zaten met kaas gegratineerde aardappelschijfjes in een roomsaus en in de andere warm vlees met een hemelse jus. Ik had nog een halve bol met geitenkaas op mijn bord, maar daar kon best wel wat vlees en aardappel bij. En wat combineerde het verrukkelijk! Ik heb meerdere keren opgeschept.
Nog één keer gingen we afzonderlijk van elkaar aan de slag met de huiswerkopdracht voor de laatste sessie. Bij het trainingsgebouw, waar ik nog even een sigaret stond te roken, kwamen we elkaar nog één keer tegen. We verlangden allebei naar huis, koffie en in zijn geval ook drank. We zwoeren allebei niet te tekenen voor de vierdaagse training en wenste elkaar sterkte.
Bij de laatste sessie voelde ik de minuten wegtikken, boeide het me allemaal niet meer, werd ik vrolijker naarmate het einde naderde en nam ik afscheid van de trainster, die me beloofde na twee weken nog eens te bellen om te kijken hoe het met me ging. Je doet maar.
Compleet leeggezogen stapte ik in mijn auto en begon ik mijn reis naar huis, de vrijheid en de koffie tegemoet.